Diagnostiek
Als u huisarts vermoedt dat u mogelijk slokdarmkanker heeft, verwijst uw huisarts u door naar een specialist. Maag-darm-lever-arts, medisch oncoloog of chirurg. De specialist zal aanvullend onderzoek verrichten. In eerste instantie een gesprek, lichamelijk onderzoek, aanvullend bloedonderzoek en een kijkonderzoek van de slokdarm. Daarnaast kan een endoscopische echografie nodig zijn. Dit is een onderzoek waarbij de arts met behulp van een flexibele slang (een endoscoop) via de mond in de slokdarm kijkt. Dit levert informatie op over hoe diep de tumor in of door de slokdarmwand is gegroeid. En of de tumor tot in de omliggende lymfeklieren reikt. De arts neemt tijdens dit onderzoek stukjes weefsel (biopt) uit afwijkende structuren in de slokdarm. De patholoog onderzoekt dit weefsel op de aanwezigheid van tumorcellen. Als er (mogelijk) sprake is van slokdarmkanker volgt meestal een PET-CT-scan van het gehele lichaam om eventuele uitzaaiingen op te sporen.
Deze diagnostiek levert informatie op over:
- Het stadium van de ziekte: hoe diep de tumor in de slokdarmwand is gegroeid, de grootte van de tumor, het aantal lymfeklieren dat tumorcellen bevat, de aanwezigheid van uitzaaiingen op afstand (bijvoorbeeld lever, buikvlies, longen);
- De tumorkenmerken: de groeisnelheid (differentiatiegraad).
De conclusie van de diagnostiek kan bijvoorbeeld zijn:
“Er is sprake van matig gedifferentieerd adenocarcinoom van de distale slokdarm (laatste deel van de slokdarm), met tumorinvasie tot in de muscularis propria (een laag van de slokdarmwand), zonder aanwijzingen voor uitzaaiingen in de lymfeklieren of uitzaaiingen op afstand.”