Diagnostiek
Schildklierkanker kenmerkt zich doorgaans door een zwelling in de hals. Uw huisarts zal u doorverwijzen naar een specialist (internist-endocrinoloog) om de zwelling te laten onderzoeken.
Dit aanvullend onderzoek bestaat in eerste instantie uit een gesprek, lichamelijk onderzoek, bloed- en beeldvormend onderzoek (echografie van de hals) en een punctie van de zwelling. De patholoog beoordeelt de verkregen cellen onder de microscoop.
De punctie kan verschillende uitslagen geven:
- In 10-15 % van de gevallen zijn er niet voldoende cellen verwijderd om een betrouwbare diagnose te stellen. Er volgt meestal een tweede punctie.
- De punctie laat goedaardige cellen zien. Directe behandeling is dan meestal niet nodig. Soms volgt na 6-12 maanden opnieuw een punctie.
- Er zijn veel ‘onrustige cellen’ maar een zekere diagnose is niet mogelijk. Er volgt een nieuwe punctie of de helft van de schildklier wordt verwijderd om een definitieve diagnose te kunnen stellen.
- De punctie bevat vrijwel zeker kwaadaardige cellen. U krijgt het advies uw gehele schildklier via een operatie te laten verwijderen.
Er zijn 4 soorten schildklierkanker
- Papillair carcinoom: deze vorm van schildklierkanker komt in 65% van de situaties voor en kan op bijna elke leeftijd voorkomen. De prognose is over het algemeen gunstig; kans op genezing is groot.
- Folliculair carcinoom: deze vorm komt minder vaak voor (20%) en ontstaat meestal tussen de 30-70 jaar. De prognose is minder gunstig dan papillair carcinoom, maar over het algemeen is ook deze vorm goed te behandelen.
- Medullair carcinoom: deze vorm van schildklierkanker is zeldzaam (5%) en komt o.a. voor als onderdeel van een erfelijke aandoening, het MEN2 syndroom. De prognose is minder gunstig dan papillair of folliculair carcinoom en hangt af van de uitgebreidheid van de tumor op het moment van de diagnose.
- Anaplastisch carcinoom: dit is eveneens een zeldzame vorm van schildklierkanker (10%) en komt met name voor bij ouderen. De ziekte verloopt snel en agressief, waardoor de vooruitzichten voor de patiënt zeer slecht zijn. Allen als de ziekte in een zeer vroeg stadium is vastgesteld is nog genezing mogelijk. Dit is slechts zelden het geval.
Schildklierkanker kent vier stadia. Hoe hoger het stadium, des te uitgebreider de ziekte is. Bij stadium I en II beperkt de tumor zich tot de schildklier en is de tumor niet groter dan 4 cm. Bij stadium III is de tumor groter dan 4 cm en bevindt zich in de schildklier of is doorgegroeid tot in omliggende weefsels. Stadium IV kenmerkt zich doordat de tumor is doorgegroeid tot in de huid, het strottenhoofd, de slokdarm, de luchtpijp en-of de stembandzenuw of is doorgegroeid in bindweefsel, bloedvaten of de wervelkolom.