Behandeling
De behandeling van dikke darmkanker is afhankelijk van de mate waarin de ziekte zich al heeft verspreid naar de lymfeklieren in de buurt van de tumor of zich al naar andere weefsels en/of organen heeft uitgezaaid:
- De ziekte heeft zich niet verspreid naar omliggende lymfeklieren: stadium I-II (u komt in aanmerking voor een curatieve behandeling).
- De ziekte heeft zich wel verspreid naar omliggende lymfeklieren, maar zich nog niet uitgezaaid naar andere weefsels/organen: stadium III (u komt in aanmerking voor een curatieve behandeling).
- Er zijn uitzaaiingen in andere organen die mogelijk zijn te verwijderden: stadium IV (u komt in aanmerking voor een behandeling die vooralsnog als doel heeft curatief te zijn).
- Er zijn uitzaaiingen op afstand die (vanwege hun aantal, omvang of plaats) niet zijn te verwijderen: stadium IV (u komt in aanmerking voor een palliatieve behandeling).
Curatieve behandeling
Als de tumor alleen aanwezig is in de dikke darm en de omliggende lymfeklieren bestaat de behandeling uit een operatie. Hierbij neemt de chirurg behalve de tumor ook aan beide kanten van de tumor een stukje gezond weefsel weg, evenals de omliggende lymfeklieren. Soms is het nodig om een (tijdelijk of blijvend) stoma aan te leggen. Afhankelijk van de tumorgrootte, tumorgraad, aanwezigheid van ingroei in omgevende bloedvaten (angioinvasie) en het aantal lymfeklieren dat kankercellen bevat, vindt na de operatie een half jaar lang een aanvullende behandeling met chemotherapie plaats. Het doel daarvan is de kans op genezing maximaal te maken.
Uitgezaaid
Is de kanker uitgezaaid, bijvoorbeeld in de lever of in de longen, en schatten de artsen in dat deze uitzaaiingen weg te halen zijn, dan bestaat de behandeling uit chemotherapie. Eventueel gecombineerd met een antilichaamstherapie gericht tegen de nieuwvorming van bloedvaten of tegen een groeifactor. Mogelijk gevolgd door een operatie van de dikke darmtumor en de uitzaaiing(en). Ook hierbij is het doel de kans op genezing maximaal te maken.
Palliatieve behandeling
Er kan al direct bij de diagnose sprake zijn van uitzaaiingen in overige organen (zoals de lever of de longen).Veel vaker ontstaan deze pas jaren na de diagnose dikke darmkanker. In veel gevallen is genezing dan niet meer mogelijk. Tenzij het aantal uitzaaiingen beperkt is. Het doel van de palliatieve behandeling is de ziekte zo veel mogelijk af te remmen. En de klachten die de ziekte veroorzaakt zo veel mogelijk te verminderen. Patiënten met een goede lichamelijke conditie komen in principe in aanmerking voor een behandeling. Deze bestaat uit een combinatie van chemotherapie en antilichaamstherapie gericht tegen de nieuwvorming van bloedvaten of tegen een groeifactor. Minder fitte patiënten krijgen doorgaans een behandeling geadviseerd die bestaat uit één soort chemotherapie. Bij dikke darmkanker kunnen verschillende behandelingen achter elkaar worden gegeven. Daarbij geldt wel dat elk volgend medicijn meestal minder krachtig en/of minder lang zal werken dan het voorgaande medicijn.