site logo

Baarmoederhalskanker

AAA

Deze website biedt algemene informatie over baarmoederhalskanker, ook wel cervixcarcinoom genoemd. Omdat de behandeling van kanker in toenemende mate een ‘behandeling op maat’ (gepersonaliseerde behandeling) wordt, is het onmogelijk hier alle afwegingen in detail te bespreken. Het is echter belangrijk dat u zelf goed begrijpt wat er met u aan de hand is. En wat er de komende tijd met u gaat gebeuren. Vraag daarom uw behandelteam om uitleg als het u nog niet helemaal duidelijk is. Neem de tijd om tot een goed besluit te komen over wat u wel en niet wilt. Vraag desnoods een nieuw gesprek aan. Het is belangrijk dat u alles goed heeft begrepen, dat het behandelplan samen met u is opgesteld en dat u daar ook volledig achter kunt staan. Wij zijn er om u te helpen bij het vaststellen van het beste behandelplan voor u.

Baarmoederhalskanker

Baarmoederhalskanker is een ziekte die ontstaat in het slijmvlies van de baarmoederhals. Hierbij speelt het humaan papillomavirus (HPV) een belangrijke rol. Dit virus, dat via geslachtsgemeenschap wordt overgedragen, zet cellen in het baarmoederslijmvlies aan tot afwijkend gedrag. Als de cellen daarbij ongeremd gaan delen,  ontstaat er baarmoederhalskanker. Ter geruststelling, slechts een zeer klein gedeelte van de vrouwen die met HPV besmet zijn, ontwikkelt baarmoederhalskanker. Bij de meeste vrouwen ruimt het afweersysteem het virus probleemloos op. Lichamelijke klachten die kunnen wijzen op baarmoederhalskanker zijn: onregelmatig bloedverlies of abnormale bloederige of bruinige afscheiding tijdens of na geslachtsgemeenschap. Dit laatste heet ook wel een contactbloeding.

baarmoederhalskanker

Niet alleen baarmoederhalskanker, ook enkele goedaardige afwijkingen van de baarmoederhals kunnen leiden tot bovengenoemde klachten. Voorbeelden daarvan zijn: een infectie aan de baarmoedermond (cervicitis), erosie (wondjes in het slijmvlies) door geslachtsgemeenschap of door  een spiraaltje (IUD) en de aanwezigheid van poliepen (goedaardige celwoekeringen) in de baarmoederhals. Met behulp van een uitstrijkje is na te gaan of er afwijkende cellen (goedaardig of kwaadaardig) aanwezig zijn in het slijmvlies van de baarmoederhals. Zijn er inderdaad afwijkende cellen aanwezig in een  uitstrijkje – gemaakt tijdens het bevolkingsonderzoek of naar aanleiding van klachten – dan kan een behandeling plaatsvinden die de afwijkende cellen verwijdert. Afhankelijk van de ernst van de afwijking is het ook mogelijk vooralsnog te wachten met ingrijpen en regelmatig  opnieuw een uitstrijkje te laten maken. Het doel is in beide gevallen te voorkomen dat het virus de bestaande afwijkingen verergert en er baarmoederhalskanker ontstaat.

Login portal voor professionals