Hersentumor
Op deze website treft u algemene informatie aan over hersentumoren. Omdat de behandeling van kanker in toenemende mate een ‘behandeling op maat’ (gepersonaliseerde behandeling) wordt, is het onmogelijk hier alle afwegingen in detail te bespreken. Het is echter belangrijk dat u zelf goed begrijpt wat er met u aan de hand is en wat er de komende tijd met u gaat gebeuren. Vraag daarom uw behandelteam om uitleg als het u nog niet helemaal duidelijk is. Neem de tijd om tot een goed besluit te komen over wat u wel en niet wilt en vraag desnoods een nieuw gesprek aan. Het is belangrijk dat u alles goed heeft begrepen, dat het behandelplan samen met u is opgesteld en dat u daar ook volledig achter kunt staan. Wij zijn er om u te helpen bij het vaststellen van het beste behandelplan voor u.
Een hersentumor is een gezwel in de hersenen. Dit gezwel kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Dat ligt eraan hoe de cellen waaruit het gezwel bestaat zich gedragen. De oorzaak van een hersentumor blijft meestal onbekend.
Verschillende soorten hersentumoren
Er zijn verschillende soorten hersentumoren. Een tumor die ontstaat in de hersenen zelf noemen we een “primaire hersentumor”. Uitzaaiingen van een kanker elders in het lichaam naar de hersenen heten “hersenmetastasen”. Hersenmetastasen zijn meestal het gevolg van borstkanker, longkanker of huidkanker (melanoom).
Primaire hersentumoren ontstaan uit het steunweefsel van de hersenen, de zogenaamde “gliacellen”. Deze tumoren heten daarom ook wel “gliomen”. De agressiviteit van een glioom wordt aangegeven op een schaal van één tot vier. Langzaam groeiende gliomen worden “laaggradig” genoemd en geclassificeerd als WHO graad I of graad II. Snel groeiende gliomen zijn “hooggradig”, oftewel WHO graad III en graad IV. Gliomen van WHO graad III heten ook wel anaplastische gliomen. Gliomen van graad IV, oftewel glioblastomen, zijn het meest kwaadaardig. Het WHO graad I glioom komt vooral voor op jonge leeftijd en heeft een veel betere prognose dan de graad II, III en graad IV gliomen.
Andere vormen van hersentumoren zijn “meningeomen”, uitgaande van de hersenvliezen (meningen). Hypofysetumoren ontwikkelen zich in de hypofyse, een kliertje onderaan de hersenen. Daarnaast zijn er nog schwannomen of neurinomen (die ontstaan uit Schwancellen, de cellen rondom bepaalde hersenzenuwen) en enkele andere zeldzame tumoren, die een andere oorsprong hebben.
De ligging van een hersentumor
De ligging van een hersentumor is van groot belang voor de gevolgen ervan. De hersenen zijn opgebouwd uit de grote hersenen, de kleine hersenen en de hersenstam. De ligging van de hersentumor en de snelheid waarmee deze zich ontwikkelt, bepalen de klachten die de tumor kan veroorzaken. Deze klachten kunnen zeer uiteenlopen. Een patiënt kan bijvoorbeeld last hebben van hoofdpijn die langzaam erger wordt en die gepaard gaat met misselijkheid, braken en een verlaging van het bewustzijn. Een hersentumor kan ook uitvalverschijnselen veroorzaken, zoals verlammingsverschijnselen, problemen met het vinden van de juiste woorden, spraakstoornissen, gedragsveranderingen en vergeetachtigheid. Ook aanvallen van epilepsie zijn mogelijk, variërend van “lichte” tot “grotere” aanvallen. Het is lang niet altijd zo dat al deze klachten altijd aanwezig zijn. Soms komt een hersentumor toevallig aan het licht, naar aanleiding van een onderzoek voor andere problemen.
