site logo

Seksuele problemen

AAA

Ook als u ziek bent kunt u behoefte hebben aan lichamelijk contact, intimiteit en seksualiteit. Zelfs in de eindfase van uw leven. Dit kan van groot belang zijn voor de kwaliteit van leven. Zowel voor u als uw partner. Seksualiteit kan voor ieder mens anders zijn. Voor de een is dat geslachtsgemeenschap; voor de ander zoenen, strelen of knuffelen.

Voor seksuele handelen zijn verschillende zaken nodig:

  • het lichaam moet seksueel geprikkeld kunnen worden en seksueel kunnen reageren. Daarvoor moet u nog voldoende gezond zijn en uw zenuwstelsel moet nog goed werken. Ziekte en medicijngebruik kunnen uw seksuele functies verminderen;
  • op psychologisch gebied is een positief beeld bij het aangaan en beleven van seks nodig;
  • op sociaal gebied is het van belang dat er mogelijkheden zijn om seksualiteit te beleven (bijv. beschikbaarheid van een partner en/of privacy). Daarnaast kunnen normen en waarden of regels vanuit een geloof of cultuur seksualiteit stimuleren of tegenwerken.

Bij ernstig zieke mensen kan seksualiteit juist belangrijk zijn. Patiënten ervaren daardoor intimiteit en steun. Ze kunnen zich er ook meer in leven door voelen.

Klachten

Veel voorkomende seksuele problemen zijn:

  • moeite met aangaan van intimiteit (zoenen, strelen, knuffelen);
  • verminderd seksueel verlangen van één of beide partners;
  • opwindingsproblemen (geen erectie of vaginaal vocht);
  • erectieklachten;
  • problemen met geslachtsgemeenschap (niet mogelijk en/of pijnlijk);
  • orgasmeproblemen.
upset man sitting on bed with disappointed woman

Voor de partner geldt vaak dat hij of zij (deels) de verzorging van de patiënt doet. Hij of zij vindt seksualiteit dan misschien minder passen in zijn of haar rol als verzorger.  Patiënten hebben ook vaak vragen over praktische mogelijkheden, zoals:

  • hoe moet het met een stoma of katheter?;
  • welke posities zijn mogelijk?;
  • hoe om te gaan met incontinentie en bloedverlies?;
  • wat als het pijnlijk is?;
  • wat zijn de risico’s (zwangerschap, ‘besmettelijkheid’)?;
  • zijn seksuele verlangens normaal?.

Oorzaken

Seksuele of intimiteitsproblemen bij patiënten in de palliatieve fase kennen verschillende oorzaken:

  • lichamelijke factoren:
    • veranderingen in de bouw en samenstelling van het lichaam door ziekte en/of door behandeling;
    • problemen met het zenuwstelsel door de ziekte en/of door behandeling;
    • problemen in de schaamstreek, zoals fistels (verbindingen tussen de vagina en de blaas of de vagina en de darm), afscheiding, nare geur;
    • vermoeidheid.
  • bijwerkingen van medicatie: hormonale veranderingen, verminderd welzijn, seksuele bijwerkingen;
  • psychologische factoren: veranderd zelf- en lichaamsbeeld, depressie, rouw, verdriet, angst, schuldgevoel;
  • sociale factoren: gebrek aan privacy, aseksueel beeld naar de omgeving, afhankelijkheid voor algemene dagelijkse levensverrichtingen;
  • partnerrelatie factoren: rolverandering, rolverwarring, verminderde aantrekkelijkheid, verschillen in verwerkingsproces, communicatieproblemen;
  • seksuologische factoren: seksuele voorgeschiedenis, seksuele functiestoornissen (bijvoorbeeld erectieklachten; pijn bij het vrijen), verschil in wensen.

Onderzoek en diagnostiek

Uw zorgverlener kan het onderwerp seksualiteit met u bespreken. De ervaring leert dat dat niet altijd gebeurt, bijvoorbeels omdat de zorgverlener het een moeilijk onderwerp vindt of het ongepast vindt om ernaar te vragen. U kunt er ook zelf over beginnen. U hoeft zich daar niet voor te schamen. Het is ook niet ongepast. Uw zorgverlener heeft genoeg ervaring met het onderwerp om te helpen of door te verwijzen.

Uw arts kan een biopsychosociale anamnese bij u afnemen. Een anamnese is een gesprek waarin hij u vraagt naar uw voorgeschiedenis en uw klachten. Bij een biopsychosociale anamnese vraagt uw arts niet alleen naar medische en lichamelijke klachten, maar ook naar psychologische en sociale factoren. Hij kan u bijvoorbeeld vragen naar uw behoeften, communicatie met uw partner, verlangen, opwinding, erectie, vochtig worden, orgasme, zoenen, knuffelen, strelen, samen douchen en hoe u daarmee omgaat. Soms blijkt uit de anamnese dat problemen al bestonden vóór de diagnose kanker of behandeling van de ziekte. Een behandeling gericht op de ziekte is dan vaak geen oplossing.

Behandeling

  • informatie/voorlichting over oorzaken en gevolgen;
  • doorverwijzing naar een seksuoloog of psycholoog;
  • aanpassen van medicijnen, die invloed hebben op seksualiteit;
  • adviezen voor aanpassing of verandering. Specifieke adviezen zijn:
    • bij verminderd seksueel verlangen: tijdstip aanpassen (bijvoorbeeld ochtend in plaats van avond), gáán vrijen geeft zin, vrijen na natuurlijke momenten van lichamelijk contact (bijvoorbeeld samen douchen, uitslapen);
    • bij erectieklachten: stimulatie verbeteren (steviger, meer tijd nemen), penisring, vacuümpomp, papaverine-injectie (bevordert erectie), behandeling met middelen die de erectie bevorderen (bijvoorbeeld Viagra);
    • bij pijn tijdens geslachtsgemeenschap: glijmiddel op waterbasis, bekkenbodemrelaxatie, opwinding en afscheiding vaginaal vocht verbeteren door verbetering van stimulatie;
    • indien geslachtsgemeenschap niet mogelijk is: orale of manuele stimulatie, penis tussen de benen in plaats van in vagina, houdingsadviezen (ander standje);
    • bij orgasmeproblemen: vibrator, fantasie, orale en manuele stimulatie;
    • bij droge vagina: glijmiddel op waterbasis, verbeteren seksuele stimulatie (steviger, meer tijd nemen).
  • bij moeite met aangaan intimiteit: koppelen aan ‘natuurlijke’ momenten zoals uitslapen, samen douchen;
  • bij ongewild verlies van urine of ontlasting, afscheiding en geuren: vaginale of anale tampon/plugje, van tevoren uitplassen/katheteriseren, zeiltje/matje op matras, vrijen onder de douche of in bad, bekkenfysiotherapie, houdingsadviezen (‘standjes’), uitleggen dat vrijen met katheter ook mogelijk is, van tevoren douchen, eventuele infecties behandelen;
  • bij privacyproblemen: als u niet thuis verblijft kan het verblijf waar u (tijdelijk) woont u gelegenheid bieden voor afzondering, bijvoorbeeld een ‘vrijkamertje’. Dit kan voor u alleen of samen met uw partner.

Bron: www.kanker.nl

Login portal voor professionals